startpunt route: kruispunt Dijkje – Jan van Schaffelaarstraat.

De tijd waarin Jan van Schaffelaar leefde, was ook de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten.  Een periode met een lange reeks conflicten en oorlogjes in de Nederlanden. Het conflict begon met onenigheid over de opvolging van graaf Willem IV van Holland, maar ging uiteindelijk ook over de macht van de hertogen van Bourgondië. De Hoeken waren tegen Bourgondië en de Kabeljauwen waren voor Bourgondië. 

In 1481 barstte de strijd tussen de voor- en tegenstanders van Bourgondië los tijdens de Stichtse Oorlog. De Hoeken, die tegen de Bourgondische heerschappij streden, probeerden grote delen van Utrecht en Gelre te veroveren. De strijd die volgde was nogal warrig. Groepen ruiters van beide partijen trokken plunderend door het grensgebied van Utrecht en Gelre.  Een van die groepen was die van Jan van Schaffelaar, die in dienst was van Frederik van Egmond die voor Bourgondië was. Jan  had de taak om voedseltransporten naar Utrecht en Amersfoort te onderscheppen.  Hij raakte, met 19 andere soldaten, in Barneveld ingesloten en probeerde zich in- en op de toren van Barneveld te verdedigen.

Jan geeft zijn leven voor de Kabeljauwen

Jan en zijn medesoldaten werden van alle kanten belegerd door Hoekse soldaten uit Nijkerk en Amersfoort. De toren werd beschoten met kanonnen en er vielen enkele doden onder de strijdgroep van Jan van Schaffelaar. De Kabeljauwen konden geen kant op en zagen geen andere oplossing dan zich overgeven aan de Hoeken. Na enige onderhandelingen accepteerden de Hoeken die overgave, maar op één voorwaarde.

De Hoeken eisten dat hun  leider, Jan van Schaffelaar, uit het galmgat van de toren gegooid zou worden. De soldaten weigerden dit uit solidariteit naar hun leider.   Jan van Schaffelaar koos ervoor zichzelf van de toren te storten om zo de levens van zijn mannen te redden. Volgens de overlevering sprak hij de woorden: “Lieve gesellen, ic moet ummer sterven, ic en wil u in geenen last brenghen”. Op 16 juli 1482 liet ‘onze Jan’ zich,  in zijn harnas, naar beneden vallen. Ondanks de hoogte  overleefde hij de val. Zijn belegeraars doodden hem echter alsnog.  Ze hielden zich wel aan hun belofte en dus konden de overige Kabeljauwen zich veilig overgeven.

Als u het Dijkje inloopt vindt u het verhaal van ‘Onze Jan’ nog eens in beeld weergegeven in de grijze band in het midden van de straat. Een nagedachtenis aan de bijzondere Barneveldse held die zijn leven gaf om zijn mannen te redden.

Loop het Dijkje door tot het eind. Daar vindt u een Jan van Schaffelaar zittend op een bankje.   

Het is beeld is gemaakt door Jan-Carel Koster in opdracht van de Gemeente Barneveld. Het harnas is een replica van het harnas uit het museum Nairac.

Wie was nu eigenlijk Jan van Schaffelaar? Was hij een edelman, een krijgsheer? Niets van dat alles. Uit historisch onderzoek komt naar voren dat Jan een pachter was van een boerderij aan de Schoonderbekerweg tussen De Glind en Achterveld. Deze hoeve heet ‘de Schaffelaar’ en zo komen de bewoners dus ook aan hun naam.  Jan vulde zijn inkomsten als boer aan door zich als soldaat te verhuren aan Habsburger Maximiliaan van Oostenrijk. Met andere huurlingen was hij gelegerd op kasteel Rosendael bij Arnhem. Ze hadden opdracht voedseltransporten naar Utrecht te plunderen. Mogelijk ligt hierin de oorsprong van het verhaal dat Jan en zijn manschappen opgejaagd werden. Ook de ‘Slag bij Scherpenzeel’ op 22 september 1481 heeft hierin waarschijnlijk een grote rol gespeeld.

Ga op de hoek rechtsaf naar het Raadhuisplein.

Op de hoek bij de Hema gaat u weer rechtsaf, waar u doorloopt tot de grote kerk. Hier loopt u omheen naar de voorkant.

Hier staat een staand beeld van Jan van Schaffelaar. Het is gemaakt door Bart van den Hove en hier al in 1903 geplaatst door Plaatselijk Belang. Ook ziet u in het plaveisel een silhouet op de plek waar Jan van Schaffelaar neergekomen zou zijn.  De huidige toren staat weliswaar ongeveer op dezelfde plek als die waar Jan van af sprong, maar is niet de toren uit het verhaal. De kerktoren is in 1828 namelijk volledig opnieuw herbouwd.

Hoewel het verhaal van Jan van Schaffelaar in veel geschiedenisboeken is terug te vinden, wordt er nog wel eens getwijfeld aan de echtheid van het verhaal. Geschreven stukken uit de tijd van Jan van Schaffelaar zijn er niet. De oudste bron die over de sprong van de toren in Barneveld vertelt, is de  Kroniek van Aernout van Buchel van rond 1600.  Bronnen uit de tijd van Jan van Schaffelaar zelf, gevonden door professor Prins uit Groningen, wijzen er echter op dat de sprong van Jan van Schaffelaar  wel degelijk echt heeft plaatsgevonden.

Het bijzondere verhaal van Jan van Schaffelaar is een inspiratiebron geweest voor velen. Het verhaal heeft onder andere Jan Frederik Oltmans  geïnspireerd om in 1838 de romantische historische roman ‘De Schaapsherder’ te schrijven. Ook het boek ‘Hasse Simonsdochter’  van Thea Beckman uit 1983 is terug te voeren op dit historische gegeven.

Het huis Hackfort in Barneveld werd  in de 18e eeuw vernoemd naar Jan en de naam veranderde in Kasteel de Schaffelaar; een blijvende ode aan deze Barneveldse held.